RUSG's home ground

Ons Joseph Marienstadion is gelegen aan de rand van het Dudenpark. De inhuldiging van het stadion vond plaats op 14 september 1919 met een galawedstrijd tegen AC Milaan. 

 

De naam van het stadion was toen Stade de La Butte (heuvel), omdat het tegen een heuvel van het park lag. In 1920 was ons stadion drie keer gastheer voor het voetbaltoernooi van de Olympische Spelen, met onder meer de eerste officiële wedstrijd van de Spaanse nationale ploeg. 

  

De capactiteit bedroeg toen 25.000 plaatsen. De kleedkamers bevonden zich in een apart gebouw boven in het park. De spelers moesten via een houten trap naar beneden, tussen het publiek, naar het terrein. 

Na de legendarische reeks van Union Soixante, de ploeg die zestig opeenvolgende wedstrijden geen nederlaag leed in de jaren 30, duikelde onze club de dieperik in. Het stadion werd jarenlang niet meer aangepast aan de noden van het moderne voetbal.

Art deco-gevel 

 

Nog in de eerste jaren na de inhuldiging van het stadion, besluit de club om de hoofdtribune te verbouwen en een passende façade te geven. En daarvoor moet architect Albert Callewaert zorgen. Het is de zo bekende gevel die we vandaag nog steeds kennen en erkend is als erfgoed. 

  

Bovenaan in de art deco-gevel beitelde de bekende Brusselse sculpteur Oscar De Clerck zeven panelen die verwijzen naar voetbal en atletiek, twee sporten waarin Union in die periode uitblonk. De capaciteit werd intussen opgetrokken tot 35.000 plaatsen. 

1/6

  • Stade Marien 1919
  • Stade Marien 1926

Na de legendarische reeks van Union Soixante, de ploeg die zestig opeenvolgende wedstrijden geen nederlaag leed in de jaren 30, duikelde onze club de dieperik in. Het stadion werd jarenlang niet meer aangepast aan de noden van het moderne voetbal. 

  

In de jaren 70 degradeerden we uit de hoogste divisie, de voetbalhoogdagen van weleer waren voorbij. Eind jaren 70 werden de intussen ingezakte tribunes achter de doelen gesloten voor het publiek. De atletiekpiste rond het veld verdween in 1976. Om veiligheidsreden werd de capaciteit teruggebracht tot 5.500 plaatsen. 

 

Even naar de Heizel 

 

In 2010 werd de gevel van het stadion geklasseerd als erfgoed. Enkele jaren later kreeg het stadion een broodnodige opsmukbeurt. Met geld van voornamelijk het Gewest werd de vergane glorie in ere hersteld. Nieuwe tribunes achter de doelen, nieuwe verlichting, een medische post, een grondige kuisbeurt en een likje verf. 

  

We moesten twee seizoenen lang noodgedwongen onze wedstrijden afwerken in het Koning Boudewijnstadion omdat het Mariënstadion aangepast moest worden voor de profcompetitie 1B (tweede afdeling), maar sinds augustus 2018 zijn we helemaal terug. Het Joseph Marienstadion telt nu 9.000 plaatsen. 

100 years Marien - 2019

Nieuw stadion noodzakelijk 

 

Sinds de terugkeer naar het Marienstadion in 2018 is ook snel duidelijk geworden dat onze thuishaven niet meer voldoet aan de eisen van het huidige profvoetbal. Ontvangst van supporters is er moeilijk, er zijn amper ruimtes in het stadion voor persontvangst, vip-ontvangst en geen verzamelruimtes voor veiligheidspersoneel en medisch personeel op wedstrijddagen. 

  

De tweewekelijkse massa (telkens tussen 7.- en 9.000 fans) zorgt ook voor een druk op de dichtbevolkte wijk. De club doet alles om overlast te verminderen, maar het is duidelijk dat het Marienstadion uit zijn voegen barst. Tel daarbij nog het structurele jaarlijkse miljoenenverlies en het noopt de club tot een verhuizing, om zo te kunnen blijven voortbestaan. 

De tweewekelijkse massa (telkens tussen 7.- en 9.000 fans) zorgt ook voor een druk op de dichtbevolkte wijk. De club doet alles om overlast te verminderen, maar het is duidelijk dat het Marienstadion uit zijn voegen barst.

Union is daarom sinds 2019 in overleg met de gemeente Vorst om een nieuw stadion aan de Brits Tweedelegerlaan (Bemptsite) in Vorst te bouwen. Volledig met eigen middelen willen we daar het groenste stadion van Europa bouwen. 

  

Het stadion komt op een reeds als correcte sport- en recreatiezone ingekleurd gebied, dat nu enkel gebruikt wordt als opslagterrein door de gemeente.